3 Comments »

Spoedcursus medisch specialist Costello syndroom

Vera kreeg de diagnose Costello syndroom binnen 3 weken na haar geboorte. Extreem snel. Een harde boodschap voor ouders die nog beduusd zijn van spoedkeizersnede/ nieuwe baby/ baby is hartpatiënt/ wekenlang intensive care/ baby eet niet zelf/ hoe vangen we andere dochter op.
Heftig nieuws. Ik herinner me flarden uit het slechtnieuwsgesprek.
HRAS diagnose costello syndrome

“…zij is getest op een afwijking op het HRASgen, en die afwijking heeft ze. En dat is geen goed nieuws.”
“…dit zal uw leven kleuren.”
‘…verstandelijk beperkt….”
“…mensen met dit syndroom hebben gelukkig wel een heel vriendelijke persoonlijkheid.”
“…dit is een zeldzaam syndroom. U zult zich erin verdiepen en binnen een paar maanden meer weten dat uw arts.”

Inmiddels zijn we bijna twee jaar verder, en erg dankbaar voor de snelle diagnose. Het heeft ons vanaf het begin duidelijkheid gegeven. Het heeft geholpen om beslissingen te nemen, zoals het vragen om een PEGsonde in plaats van de neussonde (omdat zelf eten er toch voorlopig niet in zat volgens andere ouders en de neussonde een kwelling voor haar was). En het heeft ons lotgenoten gegeven, een uitgebreide (inter)nationale groep met ouders waarmee we ervaringen uitwisselen en medische gegevens vergelijken.
Want medisch is het syndroom zeker. Wij hebben in de afgelopen 2 jaar een spoedcursus Costello syndroom in de praktijk gevolgd. We weten dankzij artsen, verpleegkundigen, therapeuten en verschillende artikelen van alles over het syndroom. Het meeste hebben we echter geleerd van andere ouders. Want zij weten uit de praktijk wat een onwaarschijnlijke hoeveelheid slijm een klein lijfje kan aanmaken- en uitspugen. Zij voelen hoe het kleine lichaam van het kind sterk reageren op prikkels. Zij worden ’s nachts voortdurend wakker van een rusteloze baby. Zij weten welke zalfjes smet genezen of voorkomen bij de oudemensenrimpels in jonge handjes. Welke voedingspompen, type spuitjes en gaasjes het beste zijn. En niet in de laatste plaats: welke behandelingen werken en welke (soort) medicatie aanslaat bij kinderen met Costello syndroom. Want zij moeten het leefbaar maken, voor hun kind, voor henzelf, voor hun andere kinderen. En wij zijn nu ook onderdeel van die groep ouders.
Afgelopen donderdag was een klassiek Costello-moment. Vera moest in het WKZ een paar uur aan het infuus voor bisfosfonaten, om haar broze botten te versterken. Maar een infuusje prikken bij een Costello is als darten met een blinddoek voor. De huidplooien zijn diep, de huid zweterig, de aderen lopen anders, zijn onzichtbaar bij stress en rollen weg bij het aanprikken. En Vera heeft genoeg mensen aan haar lijf gehad om bij de eerste witte jas alvast weg te kruipen bij papa of mama en daarna hartverscheurend te gaan huilen.

operatiekamer WKZ

Gelukkig hadden we een verpleegkundige die Vera kende en het zelf niet eens probeerde, maar direct de anesthesist belde. Die het vervolgens ook niet lukte. Er bleef nog maar een keuze over: het infuus zetten onder narcose op de operatiekamer. Daar moet ze echter nuchter voor zijn: dus voor ons twee uur wachten. De OK is inmiddels bekend en een van ons draagt haar de tafel op en blijft er bij tot ze in slaap is. Daar sta je even later dan (weer eens) als ouders op een gang te wachten. Een infuus prikken is toch zo gebeurd? Waarom duurt het drie kwartier?

Eindelijk mochten we weer naar haar toe. In elke arm een infuus (je weet maar nooit of er een sneuvelt), stevig ingepakt en het arme kind naar van de narcose. Maar we konden van start!
Gelukkig heeft Vera van het middel zelf niet al te veel last gehad (wat verhoging en hangerig) terwijl we daar wel rekening mee moesten houden. En toen ze eenmaal om 21:30 thuis op de bank zat, met allebei haar handjes in verband gepakt als ware bokshandschoenen, zat te breed te lachen. Want een Costello heeft een vriendelijke persoonlijkheid. En ze kleurt ons leven. Dat leerden we al in les 1.

bokshandschoen

Vera ‘s-avonds weer in vrolijke stemming met ‘bokshandschoenen’ nog aan

2 Comments »

Achtbaan

Wat een lieve en overweldigende reacties hebben we tot nu toe gehad op de website van Vera. Bedankt! Ook zijn er al diverse giften binnen gekomen, waar we heel blij mee zijn en erg dankbaar. Nogmaals bedankt! Helaas hebben we snel moeten omschakelen van alle positieve aandacht voor Vera naar grote bezorgdheid de afgelopen weken.

Twee weken geleden werden we gebeld door de kinderarts dat een van de uitslagen binnen was van de vele onderzoeken die zijn gedaan in verband met Vera’s aanhoudende darmproblemen. Geen goed nieuws, een verhoogde waarde van twee stoffen in haar urine wat op neuroblastoom wijst. Dat is een vorm van kanker waar Vera vanwege haar syndroom een verhoogde kans op heeft, en wat de aanhoudende diarree zou kunnen veroorzaken.
Twee dagen later moesten we röntgenfoto’s laten maken van haar borstholte en die avond werden we gebeld; geen goed nieuws. Er waren afwijkingen gezien op de foto die tumoren zouden kunnen zijn. Alles leek te wijzen op neuroblastoom en we werden erg bezorgd.
Weer twee dagen later volgde onderzoeken in het AMC Amsterdam waar de specialisten zitten op gebied van neuroblastoom.

Het gesprek aan het einde van de dag bij de kinderarts in het AMC nam echter een hele andere wending. De plekken die op de foto gezien waren bleken geen tumoren maar twee gebroken ribben, en al haar botten zagen er bijzonder broos uit. Vera heeft blijkbaar behoorlijk botontkalking en daarmee een nieuw probleem erbij. Hiervoor zal Vera deze week in Utrecht onderzocht worden, om te achterhalen waarom ze zulke broze botten heeft en hoe dit het best behandeld kan worden.
Nu deze plekken geen tumoren bleken te zijn, is de verdenking op neuroblastoom weer een stuk minder gelukkig en bespreekt het AMC of verder onderzoek nodig is, of dat over 3 maanden een nieuwe check gedaan wordt om te monitoren dat de waarden niet verder stijgen.

En dan zijn er nog de langdurige darmproblemen waarvoor nog geen verklaring of oplossing is. Dat zullen we na botonderzoek weer verder oppakken.
wkzbrieven
Deze afgelopen weken zijn een emotionele achtbaan; we waren bang voor kanker en werden hierop voorbereid. Dit blijkt waarschijnlijk niet zo te zijn, maar ons meisje blijkt er wel een ander probleem bij te hebben namelijk erg broze botten. En de darmproblemen blijven bestaan.
In de aankomende week blijft het nog even spannend en er staan weer 5 afspraken in het ziekenhuis. We hopen en bidden voor goede onderzoeken en een effectieve behandeling. En intussen maken we de riemen weer stevig vast voor het volgende rondje in de achtbaan.

Niels

1 Comment »

Hulp geven, ontvangen en vragen

Met hulp geven hebben wij allebei ruim ervaring. Hetzij op het werk, in de kerk of anders. Hulp geven is meestal leuk (ik ben niet voor niets therapeut geworden). Je kunt iets voor iemand betekenen, mensen zijn je dankbaar en het voelt goed. Er schijnt zelfs zoiets te bestaan als een helpers-high, een euforisch gevoel en daarna een prettige kalmte, nadat je iemand hebt geholpen. Als je dat weet zou je niets anders meer doen.

Hulp ontvangen was al wat zeldzamer in ons leven. Meestal gecentreerd rond een overzichtelijk punt, zoals een verhuizing of een weekje griep.

En hulp vrágen… dat hoefde bijna nooit en deden we bijna nooit. Of het moest het bakblik van de buren zijn.gemeenschap

Nu ontvangen wij heel veel hulp, op heel veel manieren, en we leren het aan te nemen. We leren er soms zelfs om te vragen. Maar het is wel wennen. Misschien wel vooral omdat het niet voor eventjes is, zoals in een griepweek, kraamperiode of een verhuizing.

Dit is voorlopig nodig.

Het is toegeven dat we het zelf niet helemaal kunnen. Dat we andere mensen nodig hebben om gewone dingen voor elkaar te krijgen. Dat het essentieel is voor ons om staande te blijven, ieder voor zich, wij samen, wij als gezin.

‘It takes a village to raise a child’ luidt een Afrikaanse gezegde. Er is een dorp voor nodig om een kind het leven te leren, is de boodschap. Wat een gehandicapt kind betreft, is dat dorp niet alleen nodig voor de levenslessen. Ons ‘dorp’ bestaat uit artsen, verpleegkundigen, familie, vrienden, buren, gemeenteleden. En ons dorp helpt mee aan medisch welbevinden, mentale ondersteuning, pannen soep en bakjes macaroni (en soms zelfs een chocoladetaart), aan tijd en aandacht geven aan een gezonde andere dochter, aan logeeradressen, kaartjes en gebed, aan het schilderen van de schuur, het stofzuigen van het huis en tijd doorbrengen met familie en vrienden, aan een nacht slaap. En zelfs kan het dorp ons helpen met noodzakelijke financiële ondersteuning.

Het verzorgen en opvoeden van een gehandicapt kind vraagt ouders die hulp kunnen aannemen, die ja leren zeggen en durven te vragen. We zijn ermee begonnen.
Leonie

[reageren? dat kan hieronder, of anders klik linksboven dit bericht op het rode cirkel, onder de grotere bruine cirkel]