4 Comments »

Van sondevoeding naar spaghetti

Acht jaar geleden.
Ik weet nog goed hoe verbaasd ik was dat mijn baby niet kon eten. En hoe jammer ik het vond. Eten is zoveel meer dan energie tanken – eten is ook: samen zijn, samen delen, ruiken, proeven, genieten, ontdekken, honger stillen, groeien, vieren…

Een paar uur na haar geboorte kreeg Vera een sonde door haar neus naar haar maag. Een paar maanden later werd die vervangen door een dopje op haar buik, die in verbinding staat met de maag. Deze sondes waren haar levenslijn, want zoals de meeste kinderen met het Costello syndroom, at Vera niet. Ze heeft het geprobeerd, maar haar motoriek en prikkelgevoeligheid zaten ernstig in de weg, haar celsignalen werken anders en haar hersenen gaven haar geen seintje dat ze voedsel nodig had om te overleven. Sondevoeding was daarom de enige oplossing, jarenlang.

We hebben met Vera een hele weg afgelegd hierin, en wie langer met ons meeleest/ meeleeft weet daarvan: hoe we begonnen met afgekolfde borstvoeding door de sonde, daarna fabriekssondevoeding, waar Vera chronische spuugbuien en diarree door kreeg. Hoe we blended diet ontdekten– gewoon de dagelijkse prak in de blender en met een spuit de maag in- en dat een enorme verbetering in Vera’s kwaliteit van leven gaf. Ze kreeg echt eten door de sonde, precies hetzelfde wat wij aan gezonde, verse voeding ook tot ons nemen. Echt, als ik over blended diet begin te praten verander ik in een soort Tell-sell-mevrouw.
En ondertussen werkte een heel team aan therapeuten mee: pre-logopedie en logopedie (ja, logopedisten helpen niet alleen met praten maar ook met leren eten – het bewegen van de mond en tong is cruciaal voor leren eten), er werden speelsessies met voedsel gedaan en Vera deed allerlei oefeningen om te leren omgaan met verschillende texturen.

Wanneer je een gehandicapt kind krijgt, ontdek je hoe complex de simpele dingen in het leven kunnen zijn. Leren en kunnen eten blijkt een briljant samenspel tussen honger voelen, eten ruiken, eten proeven, eten vast durven pakken, eten in je mond verdragen, de juiste beweging met de tong maken, eten kauwen en eten doorslikken – en dat allemaal zonder verslikken of kokhalzen. En vervolgens echt dóór kunnen eten, niet stoppen na een paar hapjes.
Vera heeft op school eettherapie gehad, waarbij ze naar een speciaal oefenkamertje ging, daar 1 hapje brood ging eten en dan weer terug ging naar de klas. En we hebben zelf als ouders een hele goede begeleiding gekregen van het EAT-team van Rijndam revalidatie.

Er waren hele leuke momenten: we zijn een paar zomers veel te vaak naar David’s Gelato gegaan, omdat ijs zo’n beetje het enige was wat Vera met plezier at. Er waren lastige momenten: wanneer Vera op een verjaardag een hele punt taart met slagroom at, maar thuis moest kokhalzen wanneer we haar een gekookt ei in handen gaven. Wanneer ze zo graag met ons wilde mee-eten bij het diner, maar het gewoon niet lukte en het haar frustreerde. Het was een lang en langzaam traject, met dan weer een paar stapjes vooruit, en bij ziekte van Vera vervolgens weer een fors aantal stapjes achteruit.

Maar we boekten vooruitgang. Op een gegeven moment at ze voldoende zelf met haar mond om geen sondevoeding meer mee te krijgen naar school. ’s Ochtends en ’s avonds kreeg ze thuis een vitaminebommetje aan zelfgemaakte sondevoeding, aan wat ze in calorieeen en voedingswaarde zelf nog niet haalde.

En toen kwam het grote thuiszitten, door deze vreemde COVID-19-tijd. Na de eerste verwarring bleek Vera het prima te doen op veel thuis zijn. Alles was heel voorspelbaar, ze had voortdurend haar roedel compleet en hield energie over, die ze tot onze verrassing stopte in… eten. Meer eten, nieuwe dingen eten, en heel belangrijk, ook een serieuze hoeveelheid avondeten. Er kwamen dagen dat we (met wat spanning of dat wel kon) de avond-sondevoeding oversloegen, omdat ze echt een redelijk bordje eten op had. Dagen dat we de ochtensondevoeding oversloegen, omdat ze zelf anderhalve boterham had gegeten. Tot we opeens al 5 dagen helemaal geen sondevoeding hadden gegeven. Ineens een week lang onze krachtige blender niet gebruikten om sondevoeding te maken. De 5 dagen zijn nu ruim 5 weken dat we geen eten meer door de Mickey button hebben gegeven! Wat een mijlpaal! Zelfs een paar van haar medicijnen slikt Vera nu zelf. Een paar andere zijn (nog) te lastig (een te grote pil en een te kleine hoeveelheid vloeibaar hartmedicatie die niet mis mag gaan).

Het gaat nog niet vlekkeloos, en niet vanzelf. We beschouwen Vera nu niet meer als een sondevoedingskind, maar als een moeilijke eter. Zoals bij veel (kleine) kinderen is groente en fruit nog het moeilijkst, en halen we soms trucjes uit als verstopte groenten in een soep of muffin, of een toef slagroom op de banaan. Maar dat mag, het is een nieuwe fase. Vera moet nog vlieguren maken in ‘gewoon’ eten en veel ervaring op doen. Maar het is goed genoeg. En goed genoeg is geweldig.

De mickey button blijft voorlopig zitten, wat ons betreft. Eerst maar eens een paar maanden kijken hoe het gaat. Zien en ervaren dat dit het het nieuwe normaal is. En we moeten nog (vaker) zien hoe het gaat bij vermoeidheid, bij ziekte, bij spanning. Of dit ook dan goed blijft gaan en we zonder de sonde kunnen. De mickey button heeft Vera al 8 jaar. De button hoort zo bij haar, dat we er echt niet zomaar vanaf hoeven. Ook Vera vind het een soort logisch onderdeel van haar lichaam, al vraagt ze soms nu al wel of de mickey er uit kan. Hoe dan ook: ik denk dat we binnenkort toch weer eens naar David’s Gelato gaan, of een slagroomtaart halen, want hier valt inmiddels wel wat te vieren!

Galerij
8 Comments »

Vier jaar

Zo, en nu neem ik, Vera, zelf even het woord.

vera 4 jarig

Vera 4 – op TPG

Ik ben tenslotte al vier jaar, dus het leek me hoog tijd worden. Ja, je leest het goed, ik ben VIER jaar geworden! Papa en mama hadden het enigszins druk met zich druk maken over een operatie, waardoor ze hier helemaal niets over mijn verjaardag hebben geschreven. Sowieso hebben ze het soms veel te veel over dokters, want ik heb zoveel meer te vertellen dan alleen over die witte jassen. Maar goed, om papa en mama niet helemaal te overrulen zal ik eerst vertellen dat het met die operatie helemaal goed is gekomen. Eerst moest ik de dag na mijn verjaardag bizar vroeg mijn bed uit om naar het ziekenhuis te gaan, maar ik was er helemaal klaar voor. Net toen ik mijn flatteuze operatiejurk aan wilde trekken, trokken papa en mama een zuur gezicht, want een zenuwachtige meneer stond hen te vertellen dat de chirurg ziek was. Ach, ik begrijp dat als geen ander, volgende keer beter. En die volgende keer was precies een week later. Oké, het viel me niet helemaal mee. Ik heb 3,5 uur op de operatietafel gelegen, en voelde me daarna alsof iemand flink aan mijn hersenpan had gerommeld. Later zei de dokter dat hij dat inderdaad had gedaan (nou ja zeg!) en dat het allemaal volgens plan was verlopen. Ik hoefde deze keer gelukkig geen buis in mijn keel te houden na de operatie, ik ademde zelf wel. En daarom hoefde ik ook niet naar de IC, en dat was weer een opluchting voor papa en mama. Maar ze hadden het wel druk met me, moet ik zeggen. Ik had pijn, voelde me ellendig en misselijk en dat liet ik allemaal goed weten. Ik kreeg morfine via het infuus en nog wat andere medicijnen waar ik me wel wat raar van voelde. Verder had ik al snel door dat ik maar beter heel stil kon liggen en zoveel mogelijk slapen, dan ging het nog het best. Daarna heb ik heel hard mijn best gedaan om op te knappen, en dat lukte behoorlijk. Ik ben een vechtertje! En dus mocht ik tegen alle verwachtingen in op de derde dag na de operatie al naar huis! Ik had nog niet echt praatjes, maar in het ziekenhuis deden ze niets wat papa en mama niet thuis kunnen (dat is wel weer tof aan mijn ouders), dus ik kon lekker thuis tegen mijn zus aan gaan hangen op de bank. Beter.

Sindsdien krijg ik bizar veel complimentjes over me heen. Ik denk wel eens dat ik die operatie eerder had moeten doen. Weet je, voor de operatie vond ik bewegen vaak niet zo fijn meer. Ik ging er al gauw bij liggen of zitten. Staan of lopen was niet meer zo aan mij besteedt. Maar nu krijg ik telkens te horen dat het zo knap is dat ik weer wat met de rollator loop, langs de tafel, en weer eens een poging doe een paar traptreden te beklimmen. Laatst had ik mama tuk. Ze had me op de bank gezet en ging naar de keuken om te koken. Haha, ik ben van de bank af gekropen, heb een stoeltje gepakt en ben daarachter naar de keuken gestapt. Ze wist niet wat ze zag toen ik opeens naast haar stond! Kortom, de dokter wil dat ik binnenkort weer even langskom om te praten en naar me te kijken, maar ik zeg zelf alvast: operatie geslaagd.

Papa en mama kunnen trouwens nog wel enorm fronzen als ze zien hoe ik op mijn voeten sta, dat schijnt niet bepaald recht en stabiel te zijn. Maar ach, één ding tegelijk hoor. Straks slepen ze me daar ook weer voor naar de dokter. Ze praten al over nog een foto van mijn onderrug voor de zekerheid en iets met te korte achillespezen of gips voor mijn voeten. Ik zie het wel, laat mij maar lekker doen wat ik nu kan. Ik moet ook veel minder hard huilen ’s nachts en mijn benen doen niet meer zo’n pijn als vroeger, ik vind het al heel veel fijner nu.

Zoals ik al zei, ik heb veel meer te vertellen. Bijvoorbeeld, dat ik weg ben bij de peutergroep van de Sophia Revalidatie. Ik heb daar een heerlijke tijd gehad met de liefste juffen die ik kan bedenken. Maar ik voelde dat ik het ontgroeide en ik wilde mijn horizon verbreden. Als je iets doet, moet je het goed oen, dus in plaats van de peutergroep heb ik een school in Rotterdam uitgekozen (papa kon die Rotterdamkeuze wel waarderen, haha!). De school heet mytylschool De Brug. Ik zit in de klas bij juf Corrie en juf Mieke, wat een beetje gek is want ik heb ook een tante Corrie en een zus Mieke! Maar voor de duidelijkheid: ze lijken verder helemaal niet op elkaar. Er zitten nog 7 kinderen in mijn klas, allemaal matties, want ze zitten bijvoorbeeld in een rolstoel, hebben nog niet zo’n haast met praten of hebben nogal wat tijd nodig om iets te leren. Ik pas er dus wel tussen. En ik doe gewoon alsof ik er al maanden kom. Dat zeggen de juffen ook. In werkelijkheid ben ik na die operatie rustig op gaan bouwen en nu ga ik 4 ochtenden in de week, en dat hou ik voorlopig zo. Want die vier ochtenden zijn best inspannend. Mijn energie is echt niet top en ik vergeet zelf ook wel eens dat mijn hart altijd hartstikke raar doet, de hele dag door: dan weer supersnel, dan weer normaal. We doen op mijn nieuwe school de leukste dingen: in de kring zitten, plaatjes ophangen wat we gaan doen die dag, naar het speellokaal, boekjes lezen, zwemmen (ja echt! een zwembad op school!) en genieten van muziek. Ik heb een donkerbruin vermoeden dat ik binnenkort ook weer met allerlei therapieën aan de slag moet, maar vooralsnog vind ik dit even genoeg werk.

Nog iets dat ik wil vertellen! Nadat mama me een tijdje naar school heeft gebracht, doet nu Janna dat. Janna is een vrolijke vroege vogel met een enorme witte bus, die ze gerust midden in de straat parkeert. Ik ga dan als een koninginnetje in mijn kinderwagen zitten, met de lift de bus in en wuif naar papa en mama, doeiii! In de bus is het gezellig, want er rijden allemaal schoolgenootjes mee. Ik moet eerlijk toegeven dat ik wat jaloers begin te worden op kinderen in een rolstoel, in de bus en op school. Ik bedoel, ik ben VIER en ze zetten me nog in een kinderwagen, sommige mensen blijven mij ook daardoor een baby noemen. Echt stom. Ik vind het wel tijd worden voor een overstap naar een nieuw karretje, dus ik kijk nu met mijn nieuwe ergotherapeut of er een mini rolstoel bestaat voor mij. Mama haalt me trouwens nog wel elke dag op, als ik tussen de middag weer naar huis ga. Dat vind ik erg gezellig. Ik praat ook graag heel veel over de dagindeling, wie waar is en wie er bij mij zal zijn. Dan weet ik maar waar ik aan toe ben, en dat vind ik erg fijn.

Goed, misschien begrijp je nu dat het drukke weken zijn geweest waarin weer veel is gebeurd. Ik heb de voorkeur om dat ’s nachts op een rijtje te zetten voor mezelf, met als nadeel dat papa en mama daar wat lodderig van uit hun ogen gaan kijken. Ik zie ze vaak wel een keer of vijf per nacht en dan troosten ze me of nemen ze mij even op schoot. Ach, dat komt ook wel weer goed. Ik heb namelijk ook bedacht dat ik het allemaal wil vieren: door weer ijs en chips te gaan eten, en ook weer een beetje door te slikken. En dat is gezellig hoor, ook met mijn grote zus Mieke. Wat zeg ik, laat die warme lentedagen maar komen! IJs!
Liefs en tot gauw, Vera.